Het gedachte-experiment

Brein in een vat
Stel: iemand heeft vannacht je hersenen uit je lichaam verwijderd, ze in een bak met vloeistof gelegd en ze aangesloten op een grote computer. Hierdoor blijft je brein normaal functioneren. De computer zorgt ervoor dat je dingen te zien en te horen krijgt alsof er niks aan de hand is. Zal je ooit te weten komen wat er gebeurd is?

Wat je zojuist gelezen hebt, is een bekend voorbeeld van een gedachte-experiment.

Bij een gedachte-experiment ga je alleen door te denken (en met anderen te praten) aan de slag met een moeilijke vraag. Je gaat dus niet snijden in voorwerpen, uitproberen of er iets gebeurt als je twee draadjes aan elkaar verbindt of aan duizend mensen een vragenlijst voorleggen.

Een gedachte-experiment doe je:
  • als je het experiment niet in het echt kunt uitvoeren (in het voorbeeld: je kunt natuurlijk niet zomaar iemands hersenen verwijderen)
  • als je je brein wilt dwingen verder na te denken over een moeilijke vraag (in het voorbeeld: waaraan zou je merken dat je hersenen in een bak met vloeistof liggen, in plaats van in je hersenpan?)
  • als je het niet erg vindt dat je hét antwoord op je vraag niet zult vinden (of in elk geval niet zult kunnen bewijzen)
  • als je beter wilt leren denken en interessante ideeën wilt krijgen

Opdracht
Bedenk zelf een spannend gedachte-experiment. Zo’n experiment begint met een gedurfde ‘wat als’-vraag. Voorbeelden van gedachte-experimenten:
  • Wat zou er gebeuren als ieder mens die nu gaat slapen niet meer wakker wordt?
  • In mensen komt steeds meer technologie (gehoorapparaat, pacemaker), robots worden steeds menselijker... wat gebeurt er als je niet meer weet of je met een mens of met een robot te maken hebt?
  • Wat gebeurt er als alles dat je aanraakt direct van goud wordt?
Neem een uur de tijd om dit experiment uit te voeren, als dat kan met een ander.
Schrijf aan het eind van dit uur voor jezelf drie ideeën op die je door dit experiment hebt gekregen. Voorbeeld: de computer zou heel slim moeten zijn om mijn brein te laten ervaren dat ik een lichaam heb, dat ik bijvoorbeeld jeuk heb op mijn hoofd en dan ervaar dat 'krabben' helpt.

Lezersvraag: Stoppen met denken?

Via het vragenformulier op deze website kreeg ik een boeiende vraag binnen:
"Ik ben de hele dag teveel bezig met denken over denken. Denken over mijn gedachten. (...) Hoe kan ik gedachten beter leren begrijpen, niet meer bang zijn dat ik niet kan stoppen met denken?"
Ik herken dat wel. Soms zit mijn hoofd vol gedachten die een loopje met me nemen. Ze tollen door mijn hoofd, houden me uit mijn slaap of leiden af van de dingen waar ik mee bezig wil zijn. Ik wil stoppen met denken, denk ik dan. Maar ik denk ook: denken gaat altijd door, dus stoppen met denken... dat gaat helaas niet lukken.

Zelf heb ik in de loop van de jaren drie strategieën gevonden die voor mij werken:
  1. Mijn brein afleiden met nieuwe invoer van informatie. Als ik bijvoorbeeld niet kan slapen doordat mijn gedachten me teveel bezighouden, zet ik zachtjes de radio aan op een zender met veel gesproken woord. Met het oog op morgen is ideaal, zo tussen elf en twaalf uur. Je kunt ook een boek lezen of een krant.
  2. Mijn brein dwingen alle aandacht te richten op iets specifieks. Iedereen kent het 'schaapjes tellen'. Maar je kunt ook je aandacht richten op je ademhaling en jezelf de opdracht geven die rustiger te krijgen. Aandacht richten wordt tegenwoordig wel 'mindfulness' genoemd. Wil je hier beter in worden en lukt dat niet op eigen kracht, volg eens een cursus! Ook aan een taak werken die alle aandacht vraagt, kan helpen. Dat wordt wel 'flow' genoemd: je gaat helemaal op in het werk.
  3. De gedachten die mijn brein bezighouden opschrijven.
Belangrijk: als het je niet lukt (alleen of met hulp van de mensen om je heen) om genoeg rust in je hoofd te krijgen, neem dan contact op met een professionele hulpverlener (zoals je huisarts).

Lezersvraag: denken versus nadenken

Een lezer van deze website vraagt: is er een verschil tussen 'denken' en 'nadenken'?

Daar moest ik eerst even over nadenken. En dat deed ik na het lezen van de vraag, en nu kom ik erop terug. Misschien zit daarin meteen het eenvoudige antwoord:
Nadenken doe je over iets dat je eerst gevraagd is of over wat je jezelf eerst hebt afgevraagd.
'Nadenken' is denken met een doel: je wilt het antwoord vinden op een eerder gestelde vraag.

En het verschil met 'denken'? Ik denk dat 'nadenken' simpelweg een van de vele vormen van denken is (zie ook deze opdracht).

Wat moeten kinderen (0-12) leren om later helder te kunnen denken?

De Argumentenfabriek maakte in 2011 een affiche waarop in kaart wordt gebracht wat kinderen nodig hebben om helder te kunnen denken. Op het affiche wordt een onderscheid gemaakt in kennis, vaardigheden en houding. Klik hier om te bekijken.

Denksleutels 'openen het denken'

Bron: website WSNS Veghel e.o.
Geef een antwoord en laat leerlingen de vraag erbij bedenken. Laat leerlingen overeenkomsten  noemen van twee duidelijk verschillende voorwerpen. Of vraag ze: hoe kun je water drinken
met een vel papier? Dit zijn voorbeelden van activiteiten die het denken van jonge kinderen stimuleren. Denksleutels is een inspirerende verzameling van twintig van dit soort activiteiten.

Australiër Tony Ryan bedacht ze in 1998 als de Thinkers Keys. Het samenwerkingsverband Veghel e.o. vertaalde dit concept in het kader van het Excellentieproject MIND. Op de website van het samenwerkingsverband vind je uitleg en afdrukbare pdf-bestanden.

Slow thinking, fast thinking

Een Engelstalig filmpje over hoe je brein werkt en hoe gemakkelijk het voor de gek te houden is.

Wat hoort er niet bij?

Bron: Claire Boonstra
Claire Boonstra laat in het videoverslag van haar presentatie (Engelstalig) op TEDxAmsterdam ED een vraag zien uit een CITO-test voor 8-jarigen. De vraag bij de afbeelding rechts luidt: welke hoort er niet bij? Volgens de makers van de test is het enige goede antwoord D. Misschien is dat ook je eerste reactie.

Prima, het vervoermiddel D heeft geen wielen - als je het landingsgestel niet meetelt - en is als enige bedoeld voor reizen door de lucht.

Maar... als D een goed antwoord is, betekent dat dat andere antwoorden fout zijn? Boonstra vertelt dat het kind van een kennis antwoord C geeft. "Want het is het enige vervoermiddel dat niet bedoeld is om passagiers te verplaatsen." Het CITO rekent het fout, maar ik reken het hartstikke goed.

Eigenlijk vind ik dat je pas echt laat zien dat je kunt denken als je ook een goede reden kunt vinden waarom antwoord A goed is. En antwoord B. Probeer het maar eens!

Oké, nog een stukje theorie dan. Wat je oefent met bovenstaande opdracht heet divergerend denken. Je probeert dan met zo veel mogelijk verschillende oplossingen te komen. Het kiezen van het beste antwoord noem je convergerend denken. En een goede denker kan het allebei.